Door P.C. Hooft
Aan de Joffren* Anne en Tesselschae Roemer Visschers gesonden naer* haar vertreck vanden huijse te Muiden, in 't jaer 1621, spreekt
Orpheus* met sijn stem en vinger
Maeckte eertijdts den* boomen voeten,
Datse* bij gekroonde* stoeten
Liepen nae* den soeten singer.
Ist dan vreemdt, dat ick verslinger
Op uw speelen,
Op uw queelen,
En loop achter aen uw keelen?
Ick, die ben van 't selve volck?
En was hij* der goden tolck,
Ghij syt speelnoots* van godinnen.
En indien Thalia'* haer sinnen
Eens tot trouwen zet, sult ghij
Elleck sitten aen een zij.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
* = Meiboom: groene boom of tak rond 1 mei versierd voor iemands huis geplant (vooral van een geliefde) als eerbetoon.
* = Joffren: juffrouwen
* = naer: na
* = Orpheus: kreeg door zijn muziek ook toegang tot het dodenrijk om er zijn vrouw Euridice uit mee te voeren.
* = den: aan den
* = Datse: zodat ze
* = gekroonde: feestelijke
* = Liepen nae: volgden
* = hij: bedoeld is Orpheus, zie hierboven
* = speelnoots: vriendinnen
* = Thalia: een der drie gratien, godinnen van bekoring, vreugde en feestelijkheid
zaterdag, mei 30, 2009
zondag, mei 24, 2009
Prachtig voorjaar
Het is eind mei, het voorjaar is bijna voorbij. Zo somber en koud als de winter was, zo mooi is het voorjaar. De natuur heeft haar achterstand ingehaald, voorzover er al een reële achterstand was natuurlijk. Zoiets is toch meer gevoelsmatig, met je hersens weet je wel dat de natuur het weer en de temperatuur belangrijker vindt dan de kalender. Sommig vogels houden zich trouwens meer aan de kalender dan aan de vraag of er voldoende voedsel is en dat breekt ze op. En sommigen hebben niet zoveel last van verschil in temperatuur, zoals de slechtvalk. Zelf kunnen ze wel tegen kou, wind en regen en hun voedsel is er toch wel.
Gisteren zijn in Amsterdam de twee eerste kuikens van dit seizoen uitgevlogen. Jong 1, een mannetje vloog vrijdag al uit en belande in een vijver. Maar gisteren zat hij al weer 100 meter hoger. Zijn zus koos een betere dag, zaterdag was er veel minder wind. Onder de indruk van haar eigen durf is ze de rest van de dag op het dak blijven zitten waar ze geland was. Pa en ma slechtvalk voorzien de jongen nog steeds volop van prooi, dus het gaat wel goed zo.
De koolmezen uit een nestje dat ik volgde waren ze voor. Die zijn al een week geleden de wijde wereld ingevlogen, met z'n tienen. Ze hebben weinig kans om dat te overleven, pa koolmees was er al een paar dagen niet meer en jonge koolmezen worden wel erg vaak slachtoffer van katten, honger en onvoorzichtigheid. Daarom vliegen er ook zoveel per nestje uit. Ma zal nu al wel druk bezig zijn met een nieuw nestje: de jongen worden na het uitvliegen nog ongeveer een week begeleid en gevoed en dan moeten ze het zelf kunnen. Ze zien er dan ook al precies zo uit als hun ouders, met uitzondering van de staart. Die is nog wat korter.
En straks gaan we wandelen. Onze nieuwe schoenen inlopen en genieten van alle moois. We hopen natuurlijk vogeltjes te zien, maar ook de bloemen en bomen staan er geweldig bij met dit weer. In het esdallandschap, met zijn hier en daar nog middeleeuwse indeling. Het is gewoon een erg mooi voorjaar. En ik zou helemaal geen bezwaar hebben tegen een even mooie zomer.
Gisteren zijn in Amsterdam de twee eerste kuikens van dit seizoen uitgevlogen. Jong 1, een mannetje vloog vrijdag al uit en belande in een vijver. Maar gisteren zat hij al weer 100 meter hoger. Zijn zus koos een betere dag, zaterdag was er veel minder wind. Onder de indruk van haar eigen durf is ze de rest van de dag op het dak blijven zitten waar ze geland was. Pa en ma slechtvalk voorzien de jongen nog steeds volop van prooi, dus het gaat wel goed zo.
De koolmezen uit een nestje dat ik volgde waren ze voor. Die zijn al een week geleden de wijde wereld ingevlogen, met z'n tienen. Ze hebben weinig kans om dat te overleven, pa koolmees was er al een paar dagen niet meer en jonge koolmezen worden wel erg vaak slachtoffer van katten, honger en onvoorzichtigheid. Daarom vliegen er ook zoveel per nestje uit. Ma zal nu al wel druk bezig zijn met een nieuw nestje: de jongen worden na het uitvliegen nog ongeveer een week begeleid en gevoed en dan moeten ze het zelf kunnen. Ze zien er dan ook al precies zo uit als hun ouders, met uitzondering van de staart. Die is nog wat korter.
En straks gaan we wandelen. Onze nieuwe schoenen inlopen en genieten van alle moois. We hopen natuurlijk vogeltjes te zien, maar ook de bloemen en bomen staan er geweldig bij met dit weer. In het esdallandschap, met zijn hier en daar nog middeleeuwse indeling. Het is gewoon een erg mooi voorjaar. En ik zou helemaal geen bezwaar hebben tegen een even mooie zomer.
woensdag, mei 20, 2009
Hemelvaart en abessijn
Hmm, soms werkt het om gewoon een nieuw bericht aan te maken en te beginnen met typen. Ik hou tegenwoordig een soort dagboek bij, verplicht, en dat bevordert het bloggen niet. Je zou verwachten dat het misschien juist inspireert, maar voor mij betekent het dat ik teveel sporen volg. En sporen lopen af en toe wel parallel maar lang niet altijd, en in dit geval zeker niet. Ze trekken wissels zullen we maar zeggen.
Maar voorlopig is dat allemaal niet zo belangrijk, eerst volgt er een lang weekend. Met heerlijk weer, een heerlijke tuin en een levendige kat. Die at niet meer, tenminste niet veel. Ze is ook aardig afgevallen maar dat was al langer zo en dat is eigenlijk wel goed. Dus daarover maakte we ons geen zorgen. Elke avond begon het gebedel om blikje op tijd en hield ze vol tot ze de klak van het deksel of de pling van de magnetron hoorde. En dat hield eigenlijk niet op, maar ze at niet veel meer.
Elke ochtend vonden we een bakje en als we haar wat snoep gaven (ze lust dolgraag kaas, cake en vlees) sloeg ze dat zowat uit onze handen. We maakten ons echt een beetje zorgen en planden een afspraak bij tante dierendokkie. Maar gisteren hebben we een favoriet gerecht gemaakt, gekookte koolvis en dat ging schoon op. Mevrouw had dus gewoon honger maar lust geen blikje meer. Helemaal geen raar fenomeen voor een bejaarde kat. Eigenlijk is ze vrij oud voor dit gedrag, normaal gebeurt dat rond de 7½ jaar. En abessijnen worden gemiddeld 12 tot 15 en deze dame is al 12…
Ze mag oud worden, ik wil haar niet missen. Ik vind het heerlijk om thuis te komen en begroet te worden door haar. Of volkomen genegeerd, dat ze nog geen snorhaar beweegt als je binnenkomt. Dan ben je echt thuis bij een kat. Voor onze vakantie hebben we al oppas geregeld. Niet dat ze dat leuk vindt, maar een dierenasiel is echt niet goed voor haar. Dat hebben we 1 keer geprobeerd en ze werd er niet goed van. Het was maar goed dat we haar kwamen halen, ze had het bijna opgegeven. De eerste dagen thuis liep ze overal achter ons aan, zat steeds op schoot. Dat arme kleine agressieve vechtersbaasje was de weg kwijt en was bijna doodgegaan.
Hier leeft ze op en is ze thuis. Het huis voelde vanaf de dag van de verhuizing goed, met trappen en bekende geuren. Ze heeft de ruimte om te spelen, te eten, te jagen en te ontdekken. Twee trappen en drie verdiepingen, overal dozen en hoekjes en verstopplekjes. En de tuin natuurlijk, met een heerlijke hoge schutting waar ze niet (nou ja wel, maar met moeite en dat is het haar haast niet waard) over kan klimmen. En speciaal voor haar vermaak hebben we een carport aangelegd zodat ze ook in de regen overdekt buiten kan zitten om het terrein te verdedigen. Nu alleen nog een overdekte wandelweg van de keukendeur naar de carport.
Maar voorlopig is dat allemaal niet zo belangrijk, eerst volgt er een lang weekend. Met heerlijk weer, een heerlijke tuin en een levendige kat. Die at niet meer, tenminste niet veel. Ze is ook aardig afgevallen maar dat was al langer zo en dat is eigenlijk wel goed. Dus daarover maakte we ons geen zorgen. Elke avond begon het gebedel om blikje op tijd en hield ze vol tot ze de klak van het deksel of de pling van de magnetron hoorde. En dat hield eigenlijk niet op, maar ze at niet veel meer.
Elke ochtend vonden we een bakje en als we haar wat snoep gaven (ze lust dolgraag kaas, cake en vlees) sloeg ze dat zowat uit onze handen. We maakten ons echt een beetje zorgen en planden een afspraak bij tante dierendokkie. Maar gisteren hebben we een favoriet gerecht gemaakt, gekookte koolvis en dat ging schoon op. Mevrouw had dus gewoon honger maar lust geen blikje meer. Helemaal geen raar fenomeen voor een bejaarde kat. Eigenlijk is ze vrij oud voor dit gedrag, normaal gebeurt dat rond de 7½ jaar. En abessijnen worden gemiddeld 12 tot 15 en deze dame is al 12…
Ze mag oud worden, ik wil haar niet missen. Ik vind het heerlijk om thuis te komen en begroet te worden door haar. Of volkomen genegeerd, dat ze nog geen snorhaar beweegt als je binnenkomt. Dan ben je echt thuis bij een kat. Voor onze vakantie hebben we al oppas geregeld. Niet dat ze dat leuk vindt, maar een dierenasiel is echt niet goed voor haar. Dat hebben we 1 keer geprobeerd en ze werd er niet goed van. Het was maar goed dat we haar kwamen halen, ze had het bijna opgegeven. De eerste dagen thuis liep ze overal achter ons aan, zat steeds op schoot. Dat arme kleine agressieve vechtersbaasje was de weg kwijt en was bijna doodgegaan.
Hier leeft ze op en is ze thuis. Het huis voelde vanaf de dag van de verhuizing goed, met trappen en bekende geuren. Ze heeft de ruimte om te spelen, te eten, te jagen en te ontdekken. Twee trappen en drie verdiepingen, overal dozen en hoekjes en verstopplekjes. En de tuin natuurlijk, met een heerlijke hoge schutting waar ze niet (nou ja wel, maar met moeite en dat is het haar haast niet waard) over kan klimmen. En speciaal voor haar vermaak hebben we een carport aangelegd zodat ze ook in de regen overdekt buiten kan zitten om het terrein te verdedigen. Nu alleen nog een overdekte wandelweg van de keukendeur naar de carport.
zaterdag, mei 16, 2009
Ik was er even niet
Al sinds koninginnedag is het stil op dit blog. Niet dat er niets gebeurd is, niet dat ik op vakantie was. Ik kon gewoon even geen puf vinden om hier te schrijven. Wel heb ik een fotoverslag op onze huispagina gezet en staan er verslagen van het werk in de tuin op het andere blog. En hier had ik even geen inspiratie en puf voor over. Het was een vervelend einde van april, en mei begon ook niet denderend.
Om te beginnen: mijn vader heeft al 2x in het ziekenhuis gelegen. Hij is geschept door een auto, hij had geen voorrang maar gewoon de auto over het hoofd gezien. Vervelend en pijnlijk maar niet levensgevaarlijk gewond. Wel is hij bont en blauw en bont en blauw en gehecht. Je kon er griezelfoto’s van maken (en dat heb ik ook gedaan) Hij is nu weer thuis maar nog wel bont en blauw en moe en gewoon bejaard, laten we dat niet vergeten. En mijn moeder redt zich wel, maar is ook bejaard. Gelukkig redt ze zich, en gelukkig vindt ze het leuk om zich te redden. Maar koud laat dit haar niet. Zeker niet na de schrik van opname vorig voorjaar. Dat was nog wat heviger dan nu.
Mij heeft het ook niet koud gelaten, de schrik, het gereis. Het laat me nog niet koud, al moet ik er soms ook wel om lachen. Die vader van mij, altijd wat. Al 27 jaar lang een piepende wagen die toch elke keer weer verder kan. Ik moet dat anderen nog maar zien doen. Niemand had gedacht dat hij nog bejaard zou worden, dat hij zijn kleinkinderen nog zou zien. En toch is dat allemaal wel gebeurd, met veel momenten van vreugde. En dit is geen in memoriam, dat leg ik nog niet klaar. Ik weet toch dat ik het prompt weer tig keer aan moet passen. Hij is er een van het taaie soort.
En dan werk, waar ik over zwijg. Want het is niet veel werk, het is gehobbel van gesprek naar gesprek. Bleergh. Nog even dan, nog even. Ik richt mijn energie ook meer op de toekomst nu. Altijd al gedaan, hup naar plan B. Het stoort me wellicht nog het meest dat ik zoveel energie aan plan A moet besteden, terwijl dat gewoon een fout plan blijkt. Maar ja, de keus is klein, ik zal wel moeten als ik mijn rechten wil behouden. Dan maar zo goed mogelijk en met de blik op die toekomst. Dat lukt gelukkig weer een heel klein beetje en dat is fijn om te merken. Eindelijk, het werd tijd.
En verder? Verder is het tijd voor orchideeën, tijd voor het verspenen van sla (ga ik zo doen) het uitplanten van sla uit zaad (al verspeend, en net in de tuin geplaatst). Tijd voor het opbinden van de pioenroos die geweldig mooi bloeit (ik ga er nog wel een foto bijplaatsen als de zon zich weer even laat zien) en tijd om te genieten van alles wat in onze tuin en in de natuur groeit en bloeit. Heerlijk om van te genieten. Er staat allemaal akelei te bloeien in heel veel kleuren. De sering doet het geweldig dit jaar. De iris zit in de knop, in alle kleuren die we hebben. Het vingerhoedskruid bloeit geweldig.
Ik leef altijd op van plantjes en dieren. Zelfs als de kat haar eerste vogeltje binnenbrengt (ze is bijna een bejaarde poes) vind ik dat zielig maar ook wel mooi. Arm klein spreeuwtje, net uit het nest en nu al dood. Maar zo gaat dat nou eenmaal. En ik word gelukkig van het feit dat ik daar deel van uitmaak. Eigenlijk dus gewoon een boerin.
Om te beginnen: mijn vader heeft al 2x in het ziekenhuis gelegen. Hij is geschept door een auto, hij had geen voorrang maar gewoon de auto over het hoofd gezien. Vervelend en pijnlijk maar niet levensgevaarlijk gewond. Wel is hij bont en blauw en bont en blauw en gehecht. Je kon er griezelfoto’s van maken (en dat heb ik ook gedaan) Hij is nu weer thuis maar nog wel bont en blauw en moe en gewoon bejaard, laten we dat niet vergeten. En mijn moeder redt zich wel, maar is ook bejaard. Gelukkig redt ze zich, en gelukkig vindt ze het leuk om zich te redden. Maar koud laat dit haar niet. Zeker niet na de schrik van opname vorig voorjaar. Dat was nog wat heviger dan nu.
Mij heeft het ook niet koud gelaten, de schrik, het gereis. Het laat me nog niet koud, al moet ik er soms ook wel om lachen. Die vader van mij, altijd wat. Al 27 jaar lang een piepende wagen die toch elke keer weer verder kan. Ik moet dat anderen nog maar zien doen. Niemand had gedacht dat hij nog bejaard zou worden, dat hij zijn kleinkinderen nog zou zien. En toch is dat allemaal wel gebeurd, met veel momenten van vreugde. En dit is geen in memoriam, dat leg ik nog niet klaar. Ik weet toch dat ik het prompt weer tig keer aan moet passen. Hij is er een van het taaie soort.
En dan werk, waar ik over zwijg. Want het is niet veel werk, het is gehobbel van gesprek naar gesprek. Bleergh. Nog even dan, nog even. Ik richt mijn energie ook meer op de toekomst nu. Altijd al gedaan, hup naar plan B. Het stoort me wellicht nog het meest dat ik zoveel energie aan plan A moet besteden, terwijl dat gewoon een fout plan blijkt. Maar ja, de keus is klein, ik zal wel moeten als ik mijn rechten wil behouden. Dan maar zo goed mogelijk en met de blik op die toekomst. Dat lukt gelukkig weer een heel klein beetje en dat is fijn om te merken. Eindelijk, het werd tijd.
En verder? Verder is het tijd voor orchideeën, tijd voor het verspenen van sla (ga ik zo doen) het uitplanten van sla uit zaad (al verspeend, en net in de tuin geplaatst). Tijd voor het opbinden van de pioenroos die geweldig mooi bloeit (ik ga er nog wel een foto bijplaatsen als de zon zich weer even laat zien) en tijd om te genieten van alles wat in onze tuin en in de natuur groeit en bloeit. Heerlijk om van te genieten. Er staat allemaal akelei te bloeien in heel veel kleuren. De sering doet het geweldig dit jaar. De iris zit in de knop, in alle kleuren die we hebben. Het vingerhoedskruid bloeit geweldig.
Ik leef altijd op van plantjes en dieren. Zelfs als de kat haar eerste vogeltje binnenbrengt (ze is bijna een bejaarde poes) vind ik dat zielig maar ook wel mooi. Arm klein spreeuwtje, net uit het nest en nu al dood. Maar zo gaat dat nou eenmaal. En ik word gelukkig van het feit dat ik daar deel van uitmaak. Eigenlijk dus gewoon een boerin.
Abonneren op:
Posts (Atom)