maandag, februari 26, 2007
donderdag, februari 22, 2007
Zee
Ongeveer halverwege passeer ik altijd een brugje over een riviertje, en dan klim ik het oude dorp in. Midden op de terp staat zoals het hoort een oud kerkje. Niet eens zo heel klein als je bedenkt hoe klein het dorp is, en met een mooi orgel en een prachtig interieur. Het is de hervormde kerk, dus er was geld genoeg van de rijke boeren. De gereformeerde kerk moest het doen met de collecte van de arbeiders, daar vind je geen dure spullen. En de hervormde kerk is dan niet zo rijk versierd als een rooms-katholieke, maar het interieur spreekt wel van een ingetogen vertoon van uitbundige rijkdom.
Maar goed, ik was bij het bruggetje over het riviertje. Aan de andere kant is meestal dicht struikgewas, en meer dan de kerktoren zie je niet. Vaag tekent zich wel het contour van een mooie oude boerderij af, en het is duidelijk dat tussen beek en boerderij een open vlakte ligt. Ik had nog nooit de gelegenheid om zo goed te kijken wat zich achter het struikgewas bevond, maar op deze mooie winterdag en met tijd genoeg heb ik mijn ogen uit het hoofd gekeken.
De boerderij is waarlijk prachtig. Het heeft een deel, een oud Saksisch voorhuis, en een nieuw herenhuis. Het ‘nieuwe’ herenhuis is trouwens zeker ook al achttiende-eeuws, dus nieuw is een heel relatief begrip. Het nieuw huis is hoog, met een breed front, 2 schoorstenen en meerdere verdiepingen. Het hele huis is trouwens prachtig onderhouden, met gerestaureerde ramen, goed ik de verf en met strakke dakpannen waar geen riet ligt.
Het grasveld naast het huis is deels een oude bongerd, met oude kromme vruchtbomen. Ik zag pruimen, appels en peren, en waarschijnlijk ook wat kersen. Ze waren niet allemaal erg groot en stonden ver uit elkaar. Een teken dat er al heel oude bomen bij zijn, en dat er ook al heel wat gesneuveld zijn.
Onder de bomen ligt een prachtig dicht grasveld, met gras dat al lang is voor de tijd van het jaar. Maar gelukkig is er niemand die er een grasmaaier over haalt. Onder de schutting door zag ik in close-up wat er nou zo mooi staat te bloeien. Zeker anderhalve hectare groot, voor een oud herenhuis en onder het wakend oog van de kerktoren staat het daar helemaal vol met sneeuwklokjes. Een zee van duizenden.
woensdag, februari 21, 2007
Vroeg
Midden in de nacht een poosje de verstilde wereld aanschouwen heeft zijn voordelen. Zo heb ik een heel leuk mailtje gekregen, en tijd om dat rustig te lezen en door te laten dringen. Normaal moet dit soort zaken altijd een beetje tussendoor. Openlijk met je collega’s praten over de diepste zieleroerselen is ook niet verstandig, dus blij dat ik er nu alle tijd voor heb.
Volgende week heb ik even vakantie, tijd om een planning en meer te maken. Daarna is het weer volle bak ben ik bang. Gelukkig vallen er nu wel steeds meer dagen tussenuit. Pasen, Pinksteren, Hemelvaartsdag, Nationale oranjedagen. Ik ben er altijd heel blij mee, die weken dat je net een dagje korter werkt, en dat alles net even ontregeld is.
Bovendien wordt het vroege opstaan steeds minder een straf. Elke ochtend zingt de lokale merel zich helemaal uit de borst voor mij, en langzamerhand kwettert er al een heel koor kleine collegaatjes mee. Ik voel me bebeleid door een orkest en ik voel me er door vereerd. De rest van de mensheid staat net lodderig de badkamerspiegel te vervloeken en ik mag buiten getuige zijn van een verstilde wereld. Zolang het ’s ochtends maar licht is buiten vind ik het zalig om eerder dan de rest van de mensheid te leven.
Wat me wel opvalt is dat het vroege opstaan niet echt went. Deze zomer hou ik het nog wel vol, maar volgend jaar moet ik toch echt een baan dichter bij gevonden hebben, of andere werktijden. Het is slopend om elke week met uren slaaptekort toch gewoon goed je werk te doen.
De gedachte aan een ecologisch, milieuneutraal leven in het buitenland blijft trekken. Een buitenland met een veel warmer klimaat. En ik mag dan bang zijn voor de klimaatswijziging die wij meemaken, voorlopig ben ik er toch ook blij mee. Even een weer vorst vind ik niet erg, maar verder ben ik niet zo’n fan van koning Winter. Doe mij maar zon, en zonder jas naar buiten, en lekker even je schoenen uit omdat de straat zo warm is, en doe maar een shirtje en rokje en verder niet nadenken over je kleren. Doe mij maar strand en een riviertje in een baai, met vers brood en kaas en fruit en het liefst een lokale wijn. Doe mij maar gewoon zomer.
maandag, februari 19, 2007
Rood en Oranje
Ik reis per trein, best lang per dag. Helaas met een overstap die redelijk vaak mislukt. Mijn werkdag wordt door het OV onnodig zwaar gemaakt. Met de auto gaan biedt geen echte oplossing, de rit in de file rondom de grote stad die ik passeer is ook vreselijk.
In het uur dat de zon opgaat zit ik in de trein. Ik ben al lang blij dat de zon weer op is als ik het laatste stukje naar mijn werk loop iedere dag. ’s Avonds is het gewoon weer licht als ik reis en als ik thuis kom. Maar godzijdank; de dagen lengen en het voelt goed.
Vanmorgen maakte het trouwens niet veel verschil of de zon op was of niet. Het werd wel licht, maar door de dichte mist was het zicht slecht. Je mag blij zijn dat de machinist de rails kan volgen, anders zou hij niet zo hard kunnen rijden. Dat kunnen namelijk alleen hoogbegaafde automobilisten op de linkerstrook met een knots van een Seat. Gewone mensen missen dat vermogen.
Wat je zag was wel wonderschoon. Rijp op de velden, de daken, de takken en alle grassprieten. De boeren geloven niet meer in de winter. Ze waren al aan het ploegen, maar dat is vrij normaal in de winter. Er zijn handboeken die zeggen dat je de eerste sneeuw moet onderploegen.
Maar vanmiddag zag ik toch echt een boer die iets plantte. Het waren kleine bolletjes, dus het kunnen uien zijn, of bloemen. Achter een mooie tractor reed een oplegger met een soort grote trechter. In die trechter was een soort naaimachinearm de bolletjes aan het planten. Één man kan het werk heel makkelijk aan. Geen handwerk en kapotte ruggen meer.
In de stad zag ik de kale bomen
die me vertelden dat het toch echt nog winter is. Maar niet saai of levenloos. Rode sprieten in de struiken, oranje twijgen aan de bomen erboven. Betoverend kleurrijk.
19 februari zon op 7:48 zon onder 18.01
13 maart zon op 7:00 zon onder 18:40
nog een maand en ik reis weer in het licht!
zondag, februari 18, 2007
Poëzie van Sappho
Liefde die het lichaam tart
dat bitterzoet en onweerstaanbaar reptiel
In de lenteschemering
schijnt de vollemaan
meisjes stellen zich op
alsof ze rond een altaar staan
Zoals de zoete appel
bloost aan het eind van een tak
hoog in de hoogste twijgen
vergeten door plukkers
neen, niet vergeten
maar buiten bereik
Liefde
bitterzoet
onbedwingbaar
ik beef overal mijn leden
Maar jij Atthis
haat zelfs de gedachte aan mij
en laat mij in de steek voor Andromeda
Vannacht aanschouwde ik
Vannacht heb ik de maan aanschouwd
en zag de Pleiaden ondergaan
De nacht is nu halfweg
jeugd gaat voorbij
Ik lig in bed alleen
Sappho is geboren op Lesbos, Griekenland
Lesbos
Egidius
Egidius, waer bestu bleven
Mi lanct na di, gheselle mijn
Du coors die doot, du liets mi tleven!
Dat was gheselscap goet ende fijn
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven
Claerre dan der zonnen scijn:
Alle vruecht es di ghegheven
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn!
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Nu bidt vor mi, ic moet noch sneven
Ende in de weerelt liden pijn.
Verware mijn stede di beneven:
Ic moet noch zinghen een liedekijn;
Nochtan moet emmer ghestorven sijn.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn!
Du coors die doot, du liets mi tleven.
donderdag, februari 08, 2007
Bagagedrager
Je droomt wel vaker van een feest
Maar hier ben je nog nooit geweest
Iedereen kijkt naar voetbal
En een vent zeurt aan je kop
Wat wil die man in hemelsnaam
Hoe kom je hier
Hoe kom je hier vandaan
En als je wegkomt
Waarheen wou je dan wel gaan
Hij praat maar door maar jij dwaalt af
Dus je weet niet wie de wedstrijd wint
Als je luistert naar de wolken
Als je luistert naar de wind
Je agenda en je zonnebril
Wat doen die hier nou
Maar je ligt weer in je eigen bed
In je eigen lot
En opeens staat alles stil
Een motor draait
De baby huilt
Een vogel schreeuwt
De dag begint
En de snelweg suist
Een motor draait
De baby huilt
Een vogel schreeuwt
De dag begint
En de snelweg suist
Een motor draait
De baby huilt
Een vogel schreeuwt
De dag begint
En de snelweg suist
Tis altijd wat en altijd spijt
Van al het geld en alle tijd
Op de onverharde wegen
Die je naar hier hebben geleid
De ochtenden zijn wit en koud
En hoe je ook je stuur vasthoudt
De wind komt door je handschoenen heen
Je vingers zijn versteend
Zo is er altijd iets wat je verlamd
En is het niet de wiet
Dan is het wel de drank of zo
Het spookt maar in je hoofd
Het was lang geleden een eeuwigheid
Je fietste op de afsluitdijk
Ik weet niet wat je er nu van vindt
Als je luistert naar de wolken
Als je luistert naar de wind
Als je luistert naar de wolken
Als je luistert naar de wind
woensdag, februari 07, 2007
Rups
Wat verder van de toren staat de oude molen stil. De bomen eromheen zijn hoog geworden. Het productiebos vangt hem de wind af.
Daarvoor kruipt een nieuwe roodwitte trein als een dikke rups naar ons toe. Al volgevreten in de winter, klaar voor een nieuw seizoen. Ik kan eigenlijk niet meer wachten.
dinsdag, februari 06, 2007
Twijfel
Vorige week dinsdag had ik een sollicitatiegesprek. Ik heb sinds vorig jaar augustus precies één sollicitatiebrief geschreven en die resulteerde in een uitnodiging en gesprek. Dat gesprek liep niet van harte soepel. Eén persoon wilde van mij een verklaring die een leugen in zou houden. Ik hou niet van liegen, ook niet als dat een baan oplevert. Opleuken is al erg genoeg, maar een regelrechte leugen is geen goede basis. Voor niets.
De uitkomst was dat ik de baan gekregen zou hebben als het een eerlijke procedure geweest was. De kandidaat stond natuurlijk al lang vast, was intern en de wensen waren daarop aangepast. Dat de kandidaat geen ervaring heeft met het vak (mijn vak) en dat dat nog enorme problemen gaat opleveren zullen ze nog wel ervaren. In mijn vak kun je wel sociaal zijn, maar geen doetje. Zij krijgen en doetje. En dat verdienen ze ook.
Maar de twijfel bij mij ligt elders. Niet in het feit dat dit misgelopen is, maar wel in wat ik nou wil. Nu is dat een rode draad in mijn leven; twijfel over wat ik wil. Ik kom soms ontzettend rechtlijnig en vastbesloten over, maar dat is maar buitenkant. Ik weet eigenlijk ook best wel vaak precies wat ik niet wil. Maar de mogelijkheden die overblijven zijn legio. Ook omdat ik overal kansen en mogelijkheden zie.
Ik ben vaak jaloers op mensen die een vak of roeping kiezen en daarmee hun hele leven blij en voldaan zijn. Ik heb dat nooit gehad. Wist ik koud wat ik wou, was ik alweer met iets anders bezig. In noodsituaties is dat een goede eigenschap. Even schudden en ik ben al weer bij plan B. Of C. Of D. Opstaan en doorgaan.
Maar als carrière is het niets gedaan. Steeds als ik iets leuk vind en koud begonnen ben is mijn aandacht al weer bij plan B etc. En voor opleidingen is het ook bar slecht. Ik kan alles, behalve afronden. Ik ben een projectmatig mens. En dus twijfel ik nu aan mijn keus voor een opleiding van koud een jaar terug.
Toch maar eens uitzoeken of het niet helemaal in modules kan. En misschien word ik dan wel architect. Of ontwerper. Of planner. Hé, wacht eens, dat ben ik al. Misschien is dit dan toch de weg voor mij?