De krokussen komen uit, al 4 gele bloemen. Misschien is geel gewoon de eerste kleur krokus die opengaat, misschien was de zak gemengde krokussen niet zo gemengd als gepland. Ik hou erg van krokussen, zo in een grasveld kondigen ze de eerste dagen aan dat je weer buiten kunt zitten eten. Met je boterham op een bankje, schemerig de voorjaarszon door de nog kale takken en allerlei kleuren krokussen die het groen van een stukje park opleuken; zalig.
Zo in een potje zijn krokussen weer heel anders, heel mooie bloemen eigenlijk. Geel met zwarte aders, fijne meeldraden en stamper, saffraangeel (goh?) en het valt op hoe ongelofelijk stevig de bloem is die ontstaat uit dat frêle blad, smaller dan de gemiddelde grasspriet. Wat een werk, en dat alles nog voordat er veel insecten zijn.
Zowel hyacint als krokus zijn duidelijk helemaal ingesteld op bezoek van de hommel, het meest wonderbaarlijke vliegende bestuifmiddel dat er bestaat. Natuurkunde kan veel verklaren, maar moeder natuur heeft ze een loer gedraaid met de hommel. Het kan niet, het zou niet mogen kunnen, maar de hommel vliegt toch. Bij een magere 2° tot 6° C vliegt dat beestje alle voorjaarsbloemen al af. Hij/zij heeft een eigen thermostaatje en voelt een genoeglijke ruim 30° in de vacht van haren die goed isoleren. Een wauw voor de hommel!
Jammer dat het nog niet zo ver is, maar weer eens ben ik blij dat de voorjaarsbloemen binnen al bloeien. Niet dat er geen ander voorjaarslied klinkt. Op de draadjes bij de vetbollen zitten dagelijks de spreeuwen elkaar al het hof te maken. En de roodborst is weer terug, al laat hij zichzelf minder in onze tuin zien. Hij en zijn vriendinnetje, want ze zijn duidelijk met z’n tweeën. Nog even en dan gaan ze een nestje bouwen. En zeker op een grauwe dag als vandaag denk ik: “Was het maar weer voorjaar!”
maandag, januari 19, 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw bericht achter, maar hou het vrolijk.