 oran·je·rie
oran·je·rie (dev; oranjerieën, oranjeries)
1
wintertuin waarin uitheemse gewassen worden bewaard
 ve·ran·da
ve·ran·da (dev; veranda’s; verandaatje)
1
uitgebouwde overdekte ruimte aan een huis 
 ser·re
ser·re (de; serres)
1
glazen veranda aan een huis
 kas
kas (de; kassen)
1
gebouw(tje) met veel glas voor het kweken van planten
 atri·um
atri·um (het; atria, atriums; atriumpje)
1
het centrale open deel van een Oud-Romeinse woning 
 
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw bericht achter, maar hou het vrolijk.