Als kind zag ik op tv wat mijn oudere broers wilden zien. We keken niet veel tv, maar er was wel veel aandacht voor sport. Voetbal vond ik niet zo geweldig, maar ik heb het spelletje wel geleerd en ik weet wat buitenspel is. Schaatsen was al een stuk beter, tennis vond ik saai. Ik zag liever avonturenfilms, kinderseries, Ren-je-rot en Peppie-en-Kokkie.
Maar er was een sport die ik altijd met plezier volgde. Wielrennen en dan speciaal de Tour de France. Ik zorgde er zelfs voor dat ik 's avonds op tijd voor de tv zat om de samenvatting te zien en niets te missen. Het liefst met een bordje op schoot.
Natuurlijk was ik fan van Raleigh, de ploeg van Peter Post. Met die rood-geel-zwarte truien herkende je ze makkelijk en je werd altijd blij als ze succes hadden. Gerrie Kneteman, Jan Raas. Die maakten de vlakke etappes goed. Want verder waren die lange etappes door vlak land met veel regen natuurlijk gewoon saai. En zo herinner ik ze me ook.
De bergen, die waren pas spannend. Je hoorde voor Joop Zoetemelk te zijn, maar stiekem was ik fan van Lucien van Impe. En van de Duitser Dietrich Thurau, die altijd zorgde voor levendigheid in de etappes. Als kleine zus hield ik dit wijselijk voor me, ze waren in staat geweest de tv uit te zetten.
En toen kwamen de jaren van de grote, arrogante Bernard Hinault. Ik mocht hem niet zo, en dat kon ik rustig hardop zeggen. De broertjes Planckaert mocht ik wel, met hun sprintzeges. Maar dan dacht ik zo klein als ik was toch ook wel aan doping. Ik snapte de discussies in Studio Sport heus wel. Henk Lubberding werd voor mij de opvolger van Jan Raas. Heroïek, lange ontsnappingen en dat zonder grote bek. Hij kwam zelfs helemaal niet goed uit zijn woorden. Mijn antiheld.
In de bergen ging de strijd om de tweede plaats tussen Hennie Kuiper en Joop Zoetemelk. Mijn broers waren er vol van, maar beide renners konden mij niet zo bekoren. En toen kwamen er nieuwe Nederlandse namen en was het elke dag een plezier om te kijken. Johan van der Velde, Ad Wijnands, Peter Winnen. Urenlange ontsnappingen door de bergen, waar steeds meer van werd uitgezonden. En dan had je de ritwinnaars Sean Kelly en Phil Anderson en Beat Breu. Ierland en Nieuw-Zeeland en Zwitserland als ik me niet vergis. Beide hadden veel charisma. En ik was natuurlijk fan van alles wat niet Frans was, en liefst ook niet Spaans of Italiaans.
En ik bleef fan tijdens de jaren van Laurent Fignon. Hij mocht dan wel Frans zijn, maar de Fransozen snapten geen bal van hem. En Delgado, helemaal over zijn stuur gebogen. En Stephen Roche, de emotionele Ier. De kleine klimgeit uit Colombia, Luis Herrera die de rest van het vak niet beheerste, maar anders souverein gewonnen zou hebben. En de sprinter Eric Vanderaerden.
Toen ik student was ging ik op kamers zonder tv. Ik had het toch veel te druk. Met de studie, de studentenvereniging en de baantjes. Een jaar lang heb ik niet getaand naar een eigen tv. Tot de Tour begon. Het kriebelde zo erg dat ik 25 zuurverdiende en nauwelijks misbare guldens uitgaf aan een tweedehands tv. Net op tijd om Steven Rooks te zien rijden. Net op tijd om Greg LeMond zijn eerste Tour te zien winnen.
Nu kijk ik niet meer zo vaak. De tour is nog wel leuk, maar de verslaggeving houdt niet over. Geen Theo Koomen op zijn motorfiets die de omgeving kleurrijk schildert. Teveel gedoe over omstandigheden en doping. Mijn hart bloedde toen er deze week weer van alles aan de hand was. Maar ik hou wel van de tour, en ik zal het altijd een beetje blijven volgen.
Allez, tu m’as promis d’embarquer
On voyagera léger
Sans le poids du passé
Je ferai le tour du monde
My love, lovée dans tes bras
Je partirai à la seconde
Sans passeport mais pas sans toi
vrijdag, juli 27, 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw bericht achter, maar hou het vrolijk.