zaterdag, oktober 14, 2006
Gieten
Vanmiddag een rondwandeling gemaakt door het bos bij Gieten. Weer hetzelfde bos, weer een ander gedeelte. De parkeerplaats waar deze wandeling begint kennen we nu wel, maar die hoek van het bos nauwelijks. Op de parkeerplaats zagen we al een stronk met hekseboter, dus de wandeling begon veelbelovend. Het pad is erg mooi, dat moet gezegd. Het kronkelt midden door percelen, door loofbos en naaldbos en is heel afwisselend. Vijf kilometer is voor ons een korte wandeling, dus we hebben hem zelf wat verlengd, maar je hoeft deze route niet aan te passen. Ook was het er erg rustig, wat wij altijd fijn vinden in het bos.
Na een kilometer ongeveer kwamen we langs een tamme kastanje. Het is nu natuurlijk de goede tijd van het jaar om eens te kijken hoe het met de oogst zit. Nou, die zit goed! We hebben een minuut of twintig staan rapen met z’n tweeën, niet veel uit bolsters gehaald maar gewoon opgepakt wat al open zat. Bij thuiskomst heb ik de oogst gewogen, het was ruim 2½ kilogram. Als je daar gaat rapen en je bent wat minder kritisch op grootte (wij hebben alleen de dikkerds geraapt) en je neemt goede handschoenen mee om bolsters te openen, dan heb je zo twintig kilogram bij elkaar. En ze zijn goed, met weinig vraat en haast geen loze kastanjes.
We hadden al wel paddestoelen gezien, maar even verderop begon er een waar feest. Judasoor zagen we, of in ieder geval een trilzwam die er op lijkt. Daarna bleke oesterzwam, eikhaas (denk ik), fluweelboleet en zwartvoetkrulzoom. Tussen alle paddestoelen die we vaker zien, zoals gele en bruine ringboleet, gewone krulzoom en kastanjeboleten. Niet dat die niet bijzonder zijn, maar die staan al op ons lijstje. Het bos staat vol paddestoelen, met mooie russula’s, appel en braak en gele en kamrussula’s. Eigenlijk te veel om te onthouden.
Na deze eerste vondst om stil van te worden kwamen we nog meer onder de indruk van de cantharellen die we zagen, en het eekhoorntjesbrood. Allebei wel eerder gezien, maar toch niet vaak. Je blijft hopen dat beide soorten nog eens van de rode lijst af gaan, zodat je ze niet uit de dure delicatessenzaak hoeft te halen. De porcini die je daar koopt zijn wel fatsoenlijk qua afmeting, maar de cantharellen zijn het resultaat van strooptochten in Poolse bossen, waarbij de bodembegroeiing behoorlijk aangetast wordt. Geen goed idee om die kleintjes te eten dus.
Na een maaltijd op een bankje halverwege kwamen we een knotszwam tegen. Eigenlijk zie je ze wel vaker, maar je oog moet er net op vallen. Het ziet er uit alsof er allemaal bloemetjes gevallen zijn, maar de steeltjes nog niet. Eigenlijk waren we al heel erg onder de indruk, maar de grote sponszwam moest nog komen, en die hebben we ook twee keer gevonden. Bij allerlei tonderzwammen en boompuisten in de buurt.
Ik word altijd erg gelukkig van dit soort wandelingen. Ik loop het liefst met mijn neus in de wind mijn ogen uit het hoofd te kijken. Vind je het dan een wonder dat ik wel eens struikel over een boomtak? Het bos is zo mooi, maar niet alleen het bos. De groeivorm van allerlei dingen, het ontdekken van een oud erf, en raden waar het huis gestaan heeft. Je inleven in hoe het geweest is voor mensen die voor je geweest zijn. En dan ’s avonds lekker bij een glas wijn, een biefstuk en meer luxe overdenken hoe mooi het allemaal is.
Ik kan goed leven in de stad, maar soms denk ik wel eens dat ik meerdere levens gehad heb. En ik heb het moeilijk met deze tijd. Als je via Google Earth naar de aarde kijkt, dan zie je steeds weer hoeveel de mens aangepast heeft. Wij zijn delen van de natuur, maar we passen hem het liefst aan ons aan. Klein, nietig en onderdanig zijn we al lang niet meer. En misschien is dat wel onze aard, maar ik ben er heilig van overtuigd dat dat ook onze ondergang gaat zijn.
Waarschijnlijk gaan we dinsdag naar de film van Al Gore, ‘An inconvenient truth’. Er zijn wel mensen die hun kleine eigenbelang opzij kunnen zetten voor grote gemeenschappelijke belangen. Als soort redden we het echt niet, zolang we menen rechten te hebben op zaken die anderen (kunnen) schaden. Als we Irak kunnen binnenvallen zonder plant voor hun toekomst, zonder hun wensen te kennen. Als zij menen een god te hebben die ons kan voorschrijven net zo te leven als zij. Als soort redden we het alleen door kleiner te blijven dan het geheel, door ons te beperken.
Internet is een zegen omdat het kennis deelt, en contacten legt. Maar de globalisering is eigenlijk de laatste stap van de mens voor we ten onder gaan. Nou kan het nog eeuwen duren voor de aarde op is, en we zijn inventief, dus het waarschijnlijk haalt de mens die schatting met gemak. Maar waarom zou je mens willen zijn in een wereld zonder bomen? Is welvaart zo belangrijk, dat we elke keer weer aan welzijn kunnen sleutelen?
Een wandeling in het bos is zo louterend, zo goed. Als ik één wens heb is het wel dat alle mensen die loutering eens mogen ondergaan.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw bericht achter, maar hou het vrolijk.