De echte Friese schaatsmuts heeft een heel oud patroon zag ik toen de muts af was en op een glazen hoofd stond. Als een middeleeuws kapje en heel anders dan toen ik begon met het eerste patroon. Hierbij het patroon wat ik gevolgd heb, maat S is klaar. Als de grote maten erg afwijken pas ik het nog wat aan, middels een update, maar zoveel verschil zal er niet meer zijn.
Nodig:
100 gram acryl in basiskleur (donkerblauw)
restje acryl in 2 contrastrerende kleuren (wit en rood)
pennen maat 3,5.
De muts wordt gebreid in tricotsteek (=1 pen recht, 1 pen averecht, herhalen) Proeflapje, 17st x 30 nld = 10 x 10cm.
Maat S-M-L-XL-XXL (hoofdomtrek ca 54-56-58-60-62 cm.)
Muts: De muts wordt overdwars gebreid. Meerderen: 1 steek na de kantsteek 1r. en 1 av in dezelfde steek, bij de teruggaande naald alle steken av breien. Minderen: brei de eerste 2 steken na de kantsteek samen, teruggaande naald alle steken av breien. De hele muts wordt in verkort patroon gebreid, d.w.z: Brei 1 nld alle st r, brei alle steken av terug. Brei de volgende naald recht tot er nog 3 steken op de linkernaald staan, keer het werk, brei 1 kantsteek en brei av terug. Keer de volgende naald met nog 9 steken op de linkernaald, daarna met 6 steken op de linkernaald en brei tot slot de hele naald recht. Herhaal. Na de middenstreep wordt de volgorde van het aantal steken op de linkernaald omgekeerd. (0-6-9-3-0)
Zet 36-38-40-42-44 st op met breinld 3,5 mm in donkerblauw. Brei 12-12-12-14-14 naalden verkort patroon. Brei een meerdering in de volgende 14-14-14-16-16 naalden (43-45-47-50-52 steken) Brei 12-14-14-16-16 naalden met die 43-45-47-50-52 steken. Brei met een mindering in de volgende 14-14-14-16-16 naalden (36-38-40-42-44) steken. Brei 4-6-6-8-8 naalden met die 36-38-40-42-44 steken en brei verder met een meerdering 6-6-6-8-8 naalden tot het werk 39-41-43-46-48 steken telt. Knip de draad niet door! Ga verder met rood (beginnen met averecht vanaf de kruin) brei 2 naalden met 1 meerdering (40-42-44-47-49 st). Knip de draad niet door, ga verder met wit maar begin pas na het afhalen van 2 steken av. Brei 2 naalden met 1 meerdering(41-43-45-48-50 st). Haal 4 steken av. af, ga verder met donkerblauw 2 naalden. Haal 2 steken av. af, brei verder met wit 2 naalden met 1 mindering (40-42-44-47-49 st.) knip de draad door en hecht wit af. Brei verder met rood, 2 naalden en 1 mindering (39-41-43-46-48 st.) knip de draad door en hecht rood af. Brei weer verder met donkerblauw met omgekeerd verkort patroon. Brei 6-6-6-8-8 naalden met mindering tot 36-38-40-42-44 steken, 4-6-6-8-8 naalden met die 36-38-40-42-44 steken, 14-14-14-16-16 naalden met meerdering tot 43-45-47-50-52 steken, 12-14-14-16-16 naalden met 43-45-47-50-52 steken, 14-14-14-16-16 naalden met mindering tot 36-38-40-42-44 steken en 12-12-12-14-14 naalden met die 36-38-40-42-44 steken. Kant het werk af. Haal met een naald een draad door de korte kant van het werk en trek de draad goed aan. Sluit de naad middenachter. Je muts is klaar!
zaterdag, december 18, 2010
zondag, december 12, 2010
Breiwerk af
Het breiwerk van de groenblauwe muts is af. Ik moet hem nog even afwerken en in elkaar zetten, maar dan kan hij geruild voor iets lekkers. Mits hij naar de zin is natuurlijk. De maat moet nu wel kloppen. Ik gebruik als proefkonijn een hoofdtelefoonstandaard. Die heeft een omtrek van 54cm en dat is precies de maat die opgegeven is. Hij zit goed en glijdt makkelijk over de bol, maar dat is dan ook een bol van glas. Over een bos haar zal hij lekker zitten hoop ik. En niet in de ogen zakken. Nu nog even flink werken aan de andere maat, ik donkerblauw zwart en dan een dagje Stad om ze af te leveren.
vrijdag, december 10, 2010
Helaas
Helaas is de eerste poging niet helemaal gelukt. Het is best een mooie muts geworden, met een goede streep, herkenbaar puntje bovenop, herkenbaar puntje voorop en oorflapjes. Dat wel. Maar hij is veel en veel te hoog. De omtrek om het hoofd is maar iets te wijd, daar hoef ik niet veel aan te veranderen. Maar de echte schaatsmuts zoals ik hem me herinner zit strak over het haar en sluit goed aan op de kruin. Hooguit een beetje extra ruimte mag hij hebben, maar geen bol lucht. En daar is deze eerste poging hopeloos mislukt. De bolling klopt wel maar had centimeters lager moeten zitten. En de muts omslaan helpt bij dit model niet.
Dus heb ik een paar pennen opgezocht die iets kleiner zijn (3,5) en heb ik radicaal minder steken opgezet. 36 om precies te zijn, op z'n kortst. 43 op z'n langst. En daartussenin meerder ik en minder ik, brei ik verkorte toeren en wissel ik van kleur. Ik vond het een muts voor beginners om eerlijk te zijn, maar daar denk ik niet helemaal meer zo over. Een klein beetje ervaring en een gelijkmatige steek zijn wel nodig. Vooral omdat je elke steek heel goed ziet. Wat me er trouwens ook aan doet denken om als dit patroon klaar is en uitgewerkt in twee mutsen (ik heb proefpersonen met heel verschillende hoofdmaten, dat helpt enorm bij het proefbreien) ga ik ook nog experimenteren in de plaats van de meerdering. Nu brei ik keurig recht, zodat er rondom de muts fijne evenwijdige streepjes ontstaan. Daardoor lijkt het werk nog rechter en gladder dan het is. Maar ik ga ook zorgen voor een model met versterking van het puntje op voorhoofd en bij de oren. Dat kan heel simpel door de plaats van meerdering en mindering te veranderen. Dat is voor de niet-breiers een heel technisch verhaal, dus dat bewaar ik voor het uiteindelijk plaatsen van het geteste patroon.
Omdat telkens een plaatje van dezelfde muts ook zo saai wordt heb ik de 2 mutsen die ik vorig seizoen gebreid heb nog maar eens op de foto gezet. De bovenste is een alpino. Eigenlijk een doodsaai geval om te breien, maar wel van heel grove wol. En daarom moest ik een bestaand patroon flink aanpassen. Vaag kun je op de rechterhelft van de foto zien dat het midden bestaat uit een vijfpuntige ster. Dat krijg je door telkens keurig op dezelfde plek te minderen, 5x per ronde naald. Ik had geen enkel patroon met 5 minderingen, allemaal waren ze uitgegaan van even getallen. Maar ik had ook geen enkel patroon met breinaald 8. Een beetje aanpassen en wat ervaring, en het is toch keurig gelukt.
En op het onderste plaatje de gebreide hoed. Ook grove naalden en helemaal zonder patroon. Ik had een sjaal gebreid van dezelfde combi. Beige wol met roze nepangora. En nog zoveel over dat ik er maar een hoofdband bij wou breien. Gewoon patentsteek, rechttoe rechtaan. Niks moeilijks, eigenlijk de makkelijkste steek voor beginners. Je ziet het namelijk helemaal niet als je een klein foutje maakt en ook halen en trekkers laten zich zo wegwerken. Een beetje aan alle kanten rekken met de stof en weg is je ongerechtigheid. Bij glad breiwerk of een ribbelsteek is zoiets veel moeilijker weg te werken.
Maar goed, ik had het over de hoed. Toen de hoofdband klaar was bleek er nog steeds wol over. Te weinig om te bewaren, teveel om weg te gooien. Dus heb ik een ovaal gemaakt om de bol te vormen. En dat is dan weer heel moeilijk in patentsteek. Een beetje netjes meerderen en minderen is knap lastig. Een schuine naad, zoals in een raglanmouw, dat valt nog goed te doen. Maar afkanten, meerderen, minderen, overhalen en meer van dat soort techniekjes die je nodig hebben om breiwerk vorm te geven, dat is moeilijk in patentsteek. En dus ben ik er best een beetje trots op dat de hoed er prima uitziet. En ik draag sjaal en muts graag. Al zijn ze nog zo roze.
Dus heb ik een paar pennen opgezocht die iets kleiner zijn (3,5) en heb ik radicaal minder steken opgezet. 36 om precies te zijn, op z'n kortst. 43 op z'n langst. En daartussenin meerder ik en minder ik, brei ik verkorte toeren en wissel ik van kleur. Ik vond het een muts voor beginners om eerlijk te zijn, maar daar denk ik niet helemaal meer zo over. Een klein beetje ervaring en een gelijkmatige steek zijn wel nodig. Vooral omdat je elke steek heel goed ziet. Wat me er trouwens ook aan doet denken om als dit patroon klaar is en uitgewerkt in twee mutsen (ik heb proefpersonen met heel verschillende hoofdmaten, dat helpt enorm bij het proefbreien) ga ik ook nog experimenteren in de plaats van de meerdering. Nu brei ik keurig recht, zodat er rondom de muts fijne evenwijdige streepjes ontstaan. Daardoor lijkt het werk nog rechter en gladder dan het is. Maar ik ga ook zorgen voor een model met versterking van het puntje op voorhoofd en bij de oren. Dat kan heel simpel door de plaats van meerdering en mindering te veranderen. Dat is voor de niet-breiers een heel technisch verhaal, dus dat bewaar ik voor het uiteindelijk plaatsen van het geteste patroon.
Omdat telkens een plaatje van dezelfde muts ook zo saai wordt heb ik de 2 mutsen die ik vorig seizoen gebreid heb nog maar eens op de foto gezet. De bovenste is een alpino. Eigenlijk een doodsaai geval om te breien, maar wel van heel grove wol. En daarom moest ik een bestaand patroon flink aanpassen. Vaag kun je op de rechterhelft van de foto zien dat het midden bestaat uit een vijfpuntige ster. Dat krijg je door telkens keurig op dezelfde plek te minderen, 5x per ronde naald. Ik had geen enkel patroon met 5 minderingen, allemaal waren ze uitgegaan van even getallen. Maar ik had ook geen enkel patroon met breinaald 8. Een beetje aanpassen en wat ervaring, en het is toch keurig gelukt.
En op het onderste plaatje de gebreide hoed. Ook grove naalden en helemaal zonder patroon. Ik had een sjaal gebreid van dezelfde combi. Beige wol met roze nepangora. En nog zoveel over dat ik er maar een hoofdband bij wou breien. Gewoon patentsteek, rechttoe rechtaan. Niks moeilijks, eigenlijk de makkelijkste steek voor beginners. Je ziet het namelijk helemaal niet als je een klein foutje maakt en ook halen en trekkers laten zich zo wegwerken. Een beetje aan alle kanten rekken met de stof en weg is je ongerechtigheid. Bij glad breiwerk of een ribbelsteek is zoiets veel moeilijker weg te werken.
Maar goed, ik had het over de hoed. Toen de hoofdband klaar was bleek er nog steeds wol over. Te weinig om te bewaren, teveel om weg te gooien. Dus heb ik een ovaal gemaakt om de bol te vormen. En dat is dan weer heel moeilijk in patentsteek. Een beetje netjes meerderen en minderen is knap lastig. Een schuine naad, zoals in een raglanmouw, dat valt nog goed te doen. Maar afkanten, meerderen, minderen, overhalen en meer van dat soort techniekjes die je nodig hebben om breiwerk vorm te geven, dat is moeilijk in patentsteek. En dus ben ik er best een beetje trots op dat de hoed er prima uitziet. En ik draag sjaal en muts graag. Al zijn ze nog zo roze.
donderdag, december 09, 2010
Sporen in de sneeuw
Vroeger als kind had ik een boek dat sporen in de sneeuw heette. In twee delen als ik het me goed herinner. Gekregen met een actie van EO's kinderkrant. Ik kreeg trouwens elke week wel een boekje van ze. Je moest een rebus oplossen, het antwoord per briefkaart (zo'n voorgefrankeerde kaart) opsturen en dan kreeg je een boekje. De hele Bijbel in beeld heb ik zo bij elkaar gespaard en nog wel meer stichtelijke en educatieve boeken. En twee delen Sporen in de sneeuw. Over spannende kinderen die in spannende bergen in spannende sneeuw verdwaald waren. Maar alles kwam toch weer goed. Heel kort door de bocht hoor. Alleen al het feit dat ik me de titel herinner zegt genoeg over het feit dat ik het boek leuk vond. Ik had planken vol boeken en van de meeste ben ik de titel vergeten.
Nu, met al die sneeuw buiten, schoot de titel me opeens weer door het hoofd. Omdat het al de tweede winter is met zoveel sneeuw. De laatste grote sneeuwbui daarvoor viel begin 2005. Ik lag toen met koorts in bed, was niet naar mijn werk uiteraard. Maar ik heb me wel warm aangekleed, wandelschoenen aangetrokken en ik ben naar het Noorderplantsoen gelopen. Waar ik rillend op een bankje zat en keek naar jolige studenten op sleetjes en vuilniszakken (blijkt een verrassend goed alternatief als je geen slee hebt.) Naar dames van zeker 20 die zalig een sneeuwpop aan het knutselen waren. Naar uitgelaten volwassenen die spontaan sneeuwbalgevechten hielden. Heerlijk was dat, ik was blij dat ik de moeite genomen had. De rest van de dag lag ik met nog veel hogere koorts weer in bed, maar sneeuw was zo bijzonder, daarvoor moest ik er even uit. Het was meteen de laatste keer sneeuw in Stad voor mij, maar dat kon ik toen nog niet weten. De verhuizing was ook pas in december.
Nu, met al die sneeuw buiten, schoot de titel me opeens weer door het hoofd. Omdat het al de tweede winter is met zoveel sneeuw. De laatste grote sneeuwbui daarvoor viel begin 2005. Ik lag toen met koorts in bed, was niet naar mijn werk uiteraard. Maar ik heb me wel warm aangekleed, wandelschoenen aangetrokken en ik ben naar het Noorderplantsoen gelopen. Waar ik rillend op een bankje zat en keek naar jolige studenten op sleetjes en vuilniszakken (blijkt een verrassend goed alternatief als je geen slee hebt.) Naar dames van zeker 20 die zalig een sneeuwpop aan het knutselen waren. Naar uitgelaten volwassenen die spontaan sneeuwbalgevechten hielden. Heerlijk was dat, ik was blij dat ik de moeite genomen had. De rest van de dag lag ik met nog veel hogere koorts weer in bed, maar sneeuw was zo bijzonder, daarvoor moest ik er even uit. Het was meteen de laatste keer sneeuw in Stad voor mij, maar dat kon ik toen nog niet weten. De verhuizing was ook pas in december.
Vorig jaar is er natuurlijk genoeg sneeuw gevallen en deze winter lijkt weer dezelfde kant op te gaan. 5 weken onafgebroken lag het sneeuwdek vorig jaar en ik hoop oprecht dat dat het record blijft. Alleen is het nu zo vroeg begonnen dat het record makkelijk gebroken kan worden (of verbroken of mag allebei?) En als je dan anderhalf bent en een heel stoere kater, dan weet je niet beter. Dan is dit gewoon je tweede winter en daar hoort sneeuw bij. Wekenlang dolle pret. Het speelt makkelijker. Het geeft heel wat te zien als je voor het raam ligt te kijken naar alle schoolkinderen die langs komen lopen. Het poept en plast makkelijk. Vooral in de tuin van de buren. En het is gewoon zalig om vlokken te vangen. Als je zo'n dichte vacht hebt heb je ook niet snel last van de kou. En koude pootjes warm je gewoon op op de schoot van de baas.
Wat ik het leukst vind zijn de sporen die hij achterlaat in de sneeuw. Hij heeft namelijk geleerd om glijbaantje te spelen. Je doet net of je achter iets aanzit, neemt een aanloop, springt en dan glijd je. Verleden week was het hele terras bezaaid met die sporen maar toen had ik mijn camera niet bij de hand. Vanmorgen ging ik de voederplankjes bijvullen en sneeuwvrij maken en toen zag ik weer een prachtexemplaar. De afzet, het glijden met zijn hele buik en de voorpootjes wijd. In de detailfoto kun je het nog beter zien. Zo grappig
woensdag, december 08, 2010
Werk in uitvoering
Nou maar hopen dat de maat klopt, het is lastig meten langs een muts waar al vorm in zit. De ene keer meet ik 27cm voor de helft, de andere keer 31. Ik schrijf in ieder geval keurig op wat ik doe, zodat ik heel makkelijk aan kan passen als de muts toch te groot is. Ik zie namelijk al wel dat ik makkelijk genoeg wol over hou voor nog een muts in precies dezelfde kleuren, dus ik hoef deze niet uit te halen. Maar wie weet klopt de kleine meting wel en hoef ik helemaal niets opnieuw te breien.
Wat ook opvalt is dat deze muts nogal afwijkt van wat ik oorspronkelijk opschreef als patroon. Nog nooit heb ik een muts gebreid met zo weinig ruimte voor de kruin. Maar dat is wel een typisch kenmerk van deze mutsen. Om niet te kriebelen waren de handgemaakte mutsen oorspronkelijk van katoen. Dat maakt ze aardig wat zwaarder, maar ook warmer dan de fabrieksmutsjes van polyester die je kon kopen. Dit is acryl, kriebelt niet, erg sterk maar wel veel lichter dan katoen. En veel warmer.
Als ik nog een keer blog over mutsen zal ik er een foto bijzetten van de hoed die ik vorig jaar voor mezelf gebreid heb. Die doet dubbel dienst als muts die je over de oren kunt trekken. Heerlijk tegen sneeuw en wind maar al snel te warm.
Wat ook opvalt is dat deze muts nogal afwijkt van wat ik oorspronkelijk opschreef als patroon. Nog nooit heb ik een muts gebreid met zo weinig ruimte voor de kruin. Maar dat is wel een typisch kenmerk van deze mutsen. Om niet te kriebelen waren de handgemaakte mutsen oorspronkelijk van katoen. Dat maakt ze aardig wat zwaarder, maar ook warmer dan de fabrieksmutsjes van polyester die je kon kopen. Dit is acryl, kriebelt niet, erg sterk maar wel veel lichter dan katoen. En veel warmer.
vrijdag, december 03, 2010
Ard en Keessie schaatsmus
Naar aanleiding van een blog van Gelkinghe ben ik op zoek gegaan naar een patroon voor zo'n muts. Ik kwam met moeite wat tegen en ik heb het zelf aangepast naar een draagbare muts. Ik gebruik de kleuren zoals in de muts op de foto.
Nodig:
100 gram acryl in basiskleur (donkerblauw)
restje acryl in 2 contrastrerende kleuren (wit en rood)
pennen maat 4.
De muts wordt gebreid in tricotsteek (=1 pen recht, 1 pen averecht, herhalen) Proeflapje, 21st x 42 nld = 10 x 10cm.
Maat S-M-L (hoofdomtrek ca 54-56-58 cm.)
Muts: De muts wordt overdwars gebreid. Meerderen: 1 steek na de kantsteek 1r. en 1 av in dezelfde steek, bij de teruggaande naald alle steken av breien. Minderen: brei de eerste 2 steken na de kantsteek samen, teruggaande naald alle steken av breien. De hele muts wordt in verkort patroon gebreid, d.w.z: Brei 1 nld alle st r, brei alle steken av terug. Brei de volgende naald 52-54-56 st r, keer het werk, brei 1 kantsteek en brei av terug. Brei vervolgens 44-46-48 st r, keer het werk, brei 1 kantsteek en brei av. terug. Meerderen gebeurt altijd in de naald die over de volle lengte wordt gebreid, minderen ook.
Zet 56-58-60 st op met breinld 4 mm in donkerblauw. Brei verkort patroon tot 4-4-4 cm, meerederen tot het werk 8-8-8 cm meet, verkort patroon tot 13-14-15cm, minderen tot 17-18-19cm, verkort patroon tot 23-24-25 cm, meerderen tot 25-26-27cm, met wit meerderen tot 26-27-28 cm, met rood meerderen tot 27-28-29cm. Dan (nog steeds met rood) minderen tot 28-29-30cm, met wit minderen tot 29-30-31 cm, met blauw minderen tot 31-32-33 cm. Verkort patroon breien tot 37-38-39cm, meerderen tot 41-42-44cm, verkort patroon tot 46-48-50cm, minderen tot 50-52-54cm, verkort patroon tot het werk 54-56-58 cm meet en afhechten.
Afwerken: Sluit de naad van de muts: opzetnaald aan afkantnaald. Rijg een draad door de st langs de bovenrand van de muts en trek stevig aan. Hecht af.
Bijpassende sjaal: Nodig 500 gram acryl in donkerblauw, restjes in wit en rood. Patentsteek: Brei 1 naald averecht. Vervolgens 1steek recht, 1 steek recht maar insteken onder de steek, herhaal. Zet 46 steken op met donkerblauw en brei in patentsteek tot de sjaal 125cm lang is. Hecht de sjaal af, maak franjes van rood wit en donkerblauw garen en bevestig die aan de uiteinden. Ook mooi is de uiteinden dubbelnaaien en in het midden een pompon van 3 kleuren aan elk uiteinde vastmaken.
Update: de muts wordt iets te hoog met dit patroon en bovenop het hoofd niet puntig genoeg. Ik zal het patroon aanpassen als ik 2 proefversies gemaakt heb.
Abonneren op:
Posts (Atom)