Gisteren zijn we even wezen wandelen, in het zuidelijke gedeelte van het grote bos. Daar zijn we wel eens geweest, maar dat was al weer jaren geleden. Het is heel mooi afwisselend, met een groot heideveld met schaapjes en een informatiehuis van Staatsbosbeheer. Als het even kan wil ik in de herfstvakantie een paddestoelentocht meemaken.
Het bos waar wij lopen is nog niet oud. Het is dus ook geen natuur, maar cultuurlandschap. De folder van de nieuwe wandeling maakt dat nog eens extra duidelijk. "De ontginningsbossen waar u tijdens deze wandeling doorheenloopt, zijn grotendeels aangeplant in de jaren '30 van de vorige eeuw. Eigenlijk is de boswachterij zelf dus ook een stuk erfgoed. Andere voorbeelden van erfgoed die u onderweg zult tegenkomen zijn grafheuvels en hunebedden, zand- en keienwegen die vaak het recht-hoekige patroon van de percelen volgen, heide en vennen en de voor deze boswachterij zo karakteristieke beukenlanen."
Wij starten niet op het aangegeven startpunt, maar bij een bord met informatie over een andere wandeling. Daarop staat een mooie kaart van hetzelfde gebied in 1896. Alles is heide, met langs de riviertjes weidegrond en rond de dorpen bouwgrond. Als we uitstappen geven een paar sympathieke wandelaars ons het advies de nieuwe route te lopen. Een kilometer of 6 dus wel lang, maar erg mooi.
Nu waren wij van plan om een kilometer of 7 te gaan lopen, een combinatie van 2 oude routes. Dus 6 km is een makkie, en een mooie tip. We volgen de groengekopte paaltjes en zijn al snel bij een hunebed. Op de goede gedetailleerde kaart zien we al snel dat de wandeling waarschijnlijk iets langer zal zijn. We moeten ook nog naar het huis van Staatsbosbeheer, en dan terug......dat lukt niet in 6km. Na de maaltijd bij het hunebed lopen we verder, en inderdaad: de wandeling is erg afwisselend.
We zien ondanks hitte en droogte nog wel mooie paddestoelen gelukkig. Bij een ven (kunstmatig onderhouden, maar ja, het is dan ook geen natuur hier) zien we verschillende soorten libelles en waterjuffers. Eén juffer laat zich heel mooi zien, een lantaarntje. Ook één van de libellen kan ik thuisbrengen; een heidelibel, bruinrood of steenrood. De ander is te gevoelig voor mijn nadering. Verder zien we prachtige vlinders; de kleine vuurvlinder en de atalanta komen ons meermalen begroeten. Op een pad ziet mijn metgezel een kleine salamander wegschieten.
Na een kilometer of 6 zijn we bij het huis van Staatsbosbeheer. Als het niet te druk is halen we een kop koffie hadden we al besloten. Maar het is wel redelijk druk, dus alleen even naar de winkel en het toilet. Ondertussen is voor de 2e keer de rits van mijn broek geknapt. Gelukkig zijn de baliemedewerkers nuchter en behulpzaam; ik krijg 2 veiligheidsspelden. De winkel verlaten we niet zonder te betalen, we vinden een das, een egel en een eekhoorn van pluche.
Vanaf het boshuis gaat de wandeling weer door een heel ander gebied verder. Op de laatste folder van deze nieuwe route vinden we de informatie dat hij 11 kilometer lang is. Dat kan wel kloppen, maar wij zijn ondertussen zo ervaren dat we dat niet te ver vinden. Na grafheuvels, heideveld en pingo-ruïnes zijn we nog onverwacht snel terug bij de auto. Het is zeker de moeite waard om nog eens deze wandeling te lopen. Het pluche krijgt namen, de eekhoorn heet Jozef, de egel Prikkie en de das Hoega. Ze worden hartelijk welkom geheten door de afvaardiging die meegewandeld is: zeehond Oenkie en rendier Bliksem. Maar het hoofdstuk pluche is een heel ander verhaal, daar kom ik nog wel eens op terug.
zondag, september 24, 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw bericht achter, maar hou het vrolijk.