Miriam Vanhee
1
Het zijn oortjes van vlees
waar de aarde mee luistert
naar de muziek van het woud
over stilte, oneindigheid
of hoe het is als de vogels
vertrokken zijn
ze groeien als niemand het ziet
vroeg in de ochtend of ’s nachts
onder kastanjes, beuken,
in zachte bedden van heide
en mos, op plekken waar tussen
de bomen het zonlicht
kan doordringen tot in het gras
en dat hangt weer af
van de wind, want hij is het
toch die de bladeren schudt
en de wolken uiteendrijft
wanneer het hem zint
2
en je kunt wel zeggen : dit
is de plek, hier is het licht
aan het duister gewaagd, dit
is de helling waar dagen geleden
wij liepen met onze geurige
kwetsbare vracht
maar ze zijn er nu niet, dus
moet iemand anders ons voor
zijn geweest, die anderen
altijd, het maakt ons wat
zwijgzamer, trager, alsof wij plots
tegen de wind in lopen
zo komen wij aan zoals
wij vertrokken, met lege handen
en als wij omkijken zien wij
een grote, versluierde maar
welgevallige maandag
die haar baan om de aarde begint
en wij vatten moed
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw bericht achter, maar hou het vrolijk.