Na een lange lange winter is het nu mooi weer, al ruim een week. Er is wel wat veranderd sinds vrijdag; de wind is gedraaid. Die waait nu uit het noordoosten, waardoor er schone polaire lucht wordt aangevoerd. Kurkdroog maar ook erg schoon. Dat is wel fijn, want verder hangen er veel pollen in de lucht en dat is niet goed voor mijn hooikoorts. Terwijl ik typ zit ik regelmatig met mijn ogen te knipperen vanwege de overmaat aan stuifmeel. Het is dus nu iets kouder dan afgelopen week, zeker ’s nachts en in de schaduw. Niet koud, gewoon nog heerlijk voor april en boven normaal.
Tijd voor de eerste wandeling van het seizoen. Tijd om te kijken of de beuken al groen worden. De beukhagen kleuren al wel groen, maar tuinen zijn over het algemeen iets warmer dan het open veld of het bos. Maar vandaag was een goede dag om de splinternieuwe wandelschoenen aan te trekken en eens te gaan kijken. Een goede keus, de bomen hebben juist nu die heel speciale geelgroene frisse kleur die ze maar kort houden. De blaadjes zijn zachter dan babybillen en nog niet helemaal ontplooid.
Ook de blaadjes van de rode beuk waren net open, die zijn een speciaal soort groen met rode aders. Eigenlijk een mislukte mix, net als Pisang Ambon met sinaasappelsap. Dat was een populair mixje in mijn jeugd, wel lekker (vond ik toen) maar het zag er wel smerig uit. Bijna dezelfde kleur maar wel goed gelukt is de kleur van het jonge blad van de Amerikaanse eik. Ook zacht, nog wat aarzelend klein en de blaadjes hangen nog krom in kleine groepjes aan het uiteinde van de tak. Andere bomen zijn nog kaal of hebben zelfs nog wat oud blad. De oude volwassen lariks bijvoorbeeld, terwijl de jonge boompjes heel frisgroen zijn.
Door de lange koude periode en nu de week warmte zijn heel veel bloemen tegelijk gaan bloeien. Overal ontbottende bloesems en katjes. Heel mooi en het levert wolken stuifmeel op. De harde wind van de laatste dagen helpt ook mee en dat levert aparte tafereeltjes op. Een fietspad waar sporen in het geel te zien zijn, wat je normaal bij rijp of stuifsneeuw ziet. Of bladeren met een geel laagje talkpoeder. Bij windvlagen kwam het stuifmeel zo op je af dat het op motregen leek. Mijn ogen jeuken zoals eerder gezegd nog steeds en af en toe kwam er een spontane harde nies. Tijd voor de lorotadine.
Het voorjaar is nog heel pril, maar wel goed gestart. Een mooi voorbeeld daarvan was dat we op onze wandeling veel vlinders gezien hebben, maar liefst 4 soorten. Te druk bezig om met mijn simpele toestel te fotograferen, maar wel mooi. Bont zandoogje, dagpauwoog, koolwitje en citroenvlinder. Van een koolwitje met zwarte vleugeltippen vermoed ik dat het een vrouwtje oranjetipje is, die zijn namelijk helemaal niet oranje. En dat is ook een vlinder van het voorjaar. Een aantal jaren geleden was het nog zeldzaam om die te zien, de laatste paar jaren zie je ze veel. Ze zijn net even mooier dan een gewoon koolwitje, zo’n vrolijke kleur in de zon. Het mag nog best even zulk mooi weer blijven, al moeten we de tuin wel water geven. Maar dat heb ik er graag voor over.
zaterdag, april 18, 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat hier uw bericht achter, maar hou het vrolijk.