Wat ik wel gedaan heb? Veel gewandeld. Verhuisd naar een andere provincie. Veel van baan gewisseld en hopelijk nu goed geland. Ambitie waar gemaakt, gereisd. Veel meer over paddestoelen geleerd en veel excursies gegeven. Veel van bloemen en landschappen en vlinders en libelles genoten.
Of ik het nu vol ga houden, dat bloggen? Ik heb geen idee. Of ik me nog bloot wil geven op mijn blog. Maar mijn foto's hier delen is wel iets wat ik wil proberen vol te houden. Dus tadaa:
Deel 1, herfst 2016 tot en met maart 2017.
Zoals de serie over inktviszwammen uit 2016.Het is gewoon een stinkzwam maar dan uit Australië. Van duivelsei tot oud exemplaar. Mooi, maar wat een lijklucht kwam daar af.
Of de excursie met een echte mycoloog. Een van de schrijvers van de paddenstoelenatlas van Drenthe. Dan ga je ze nog weer heel anders zien. De groep mycena, kleine frêle zwammetjes, die ik daarvoor geen naam durfde te geven. Met een beetje inzicht bekijk ik ze nu beter. Ik til een tak op om de onderkant te bekijken, ik ruik eraan, ik pluk er af en toe 1 als ik daarmee voor anderen niets verpest. Zoals de bundelmycena op de foto hieronder.
En nog een duivelsei met grote stinkzwam. Overal in Nederland algemeen, stinkt naar tenenkaas, of zweetsok, of suikerfabriek.
De draadknotszwam. Van onderaf lijkt het heel wat, maar je loopt er zo voorbij. Dat het raar is dat er dennennaalden liggen in een loofbos, dat het raar is dat ze allemaal rechtop staan. Je moet het een keer zien en daarna vind je ze vaker. Maar ze vallen nog steeds niet op.
En dan die onooglijk kleine vlekjes rood en oranje op kleine takjes van meestal beuk. Ze vallen wel op, maar ze lijken wat viezig. Tot je ze vergroot.
De porceleinzwam, ook uitsluitend op beuk. 1 van de meest fotogenieke zwammen die er zijn, zeker als er mooi licht op of doorheen valt.
Een oesterzwam of groene schelpzwam. Eerst vind je die in de supermarkt, dan voorzichtig ook in de natuur. En van onderen ontdek je hoe mooi die groenige onopvallende zwam de kleur van een zonsondergang nadoet.
Die zonsopgang of zonsondergang die je nogal eens ziet in herfst of winter, zonder dat je op onmogelijke tijden je bed uit moet.
En echt Drentse taferelen met Drentse boerderijen en hunebedden.
En dan wordt het wit in plaats van grijs. Dat seizoen wat zo mooi is maar waar de kou in je botten kruipt en de mens in zijn hol. Je moet jezelf dwingen om er uit te gaan en de schoonheid op te zoeken en je verlangen naar nieuw leven en bloei wordt desondanks groter met elke grijze dag.
En langzaam zie je onder de nog kale bomen en de afgestorven planten van vorig jaar het nieuwe groen. Niet alleen meer mooie vormen, maar voorzichtig weel wat kleur.
En na die lange kale winter volgt de eerste bloei. Met bosgeelster, een piepklein lelietje dat je meestal verwart met speenkruid. Tot je op de details gaat letten.
En zie je de eerste citroenvlinders verschijnen op de eerste paardebloemen.
Yes! You did it.
BeantwoordenVerwijderenPrachtige fotos!
Knuffel voor jou!
BeantwoordenVerwijderen