donderdag, augustus 30, 2007
Strand
Eerst naar het museum, het Scheringa museum voor realisme. De naam klinkt nergens naar, de oude naam frisiamuseum klinkt mooier. Maar Frisia is niet de meest positieve naam in Nederland, zeker niet Leen Frisia. Dus Scheringa heeft zijn eigen naam maar geleend aan het museum met zijn verzameling.
Die verzameling mag er zijn, en de expositie over Jan Mankes ook. Diezelfde expositie is al eerder in ons eigen provinciaal museum geweest, maar toen zijn we er op de één of andere manier gewoon niet geweest. En nu, ruim 200 kilometer verder weg was het aanleiding voor een uitje.
Het werk van Mankes is bijzonder. De man is niet oud geworden, maar was wel bijzonder productief. Hij was zoekende in zijn stijl, hij experimenteerde veel. Ook al is vrij duidelijk dat het werk zijn werk is; hij was nog geen Mondriaan of Appel in zijn ontwikkeling. Zijn portretten kenmerken zich doordat ze zover realistisch zijn dat het bijna karikaturen worden. Zijn landschappen zijn bijna naïef, met bomen in weer een heel eigen stijl. Zijn stillevens zijn zo ton-sûr-ton dat ze bijna vlak zijn. In zijn latere werk is duidelijk het contrast terug, en overheerst het soms. En dan ook gaat hij dieren schilderen, en dat blijkt zijn forte. De geiten die veel mensen kennen, maar ook vogels en muizen bijvoorbeeld.
Na het museum zijn we naar het strand gereden en hebben we genoten van de zon, de wind, de schelpen en de mensen. Het was heerlijk, zo rustig en vreedzaam. Er kwam van alles langsvaren, de kinderen hadden plezier en er was ruimte genoeg voor iedereen. Het enige nadeel van deze woonplaats is dat hij te ver van de zee afligt.
De Hondsbossche en Pettemer Zeewering was vlakbij, dus daar zijn we ook nog maar even een kijkje bovenop gaan nemen. Het zal zijn nut wel hebben, maar ik vind de vogelplassen die erachter liggen het enige mooie stukje polder. Als we die zeewering nou eens weg kunnen halen, wordt het dan weer duin met waddengebied en veel vogels? Zou de vloed op Sint Elisabeth dan weer alles overstromen. Van mij mag het, alleen dan zonder storm. Ook al is het landschap nog zo lelijk, niemand verdient de doodstraf voor zo'n ontwerp.
dinsdag, augustus 28, 2007
Opnieuw beginnen
Het wordt weer een duik in het diepe. Hoe ouder ik wordt, hoe kouder het water. Maar ik blijf het doen, want ik kan niet te lang op een plek rondhangen. Dat lukt me gewoon niet.
Maandag mag ik zwemmen. Ik heb er nu stiekem toch wel zin in.
donderdag, augustus 23, 2007
Hindernissen
Soms komt het goed zonder dat je springt. Sommige hindernissen verdwijnen vanzelfs. En sommige moet je gewoon gracieus omzeilen.
woensdag, augustus 22, 2007
Nog even doorbijten
Het komt wel weer goed, nog 4 beren om te vermoorden. Volgend jaar vraag ik voor mijn verjaardag een groot virtueel geweer. Zo'n olifantenjager. Waarmee de beren in 1x naar de andere wereld zijn.
Poef, bam, opgelost.
En niet retourneerbaar. Ook niet retourneerbeer.
woensdag, augustus 15, 2007
Pfff
Het antwoord is natuurlijk: “Ja, dat doe je.” Want je doet alles zelf, en alles ontstaat omdat jij het schept en alles schept jou.
Om het even simpel te houden. Ik leef vandaag van seks en adrenaline en woede. En dat is maar voor één derde een goede voedingsbodem.
Morgen maar eens proberen van de liefde te leven. De seks mag blijven, de anderen gaan de deur uit.
Zelfportret
door Rutger Kopland
Je ziet een man in de tuin
hij lijkt verzonken in zichzelf
die man ben ik, ik weet het
maar als je lang kijkt naar een foto
van jezelf verval je in gepeins –
wie je bent en wie je bedoelt
als je ik zegt, enzovoort
ik kijk en kijk in dat gezicht
en inderdaad – ben ik dat?
over het ik is veel nagedacht
ook door mij, maar de meningen
lopen nog steeds ver uiteen
ook die van mij – zoals dat gaat
met woorden die niet kunnen
worden begrepen, door niemand
niemand heeft ooit zichzelf gezien
maar het verlangen blijft
naar het onzichtbare ik
je zoekt in wat er van je overbleef
een man in de tuin
dinsdag, augustus 14, 2007
Mijn plan (2)
Gisteren had ik het heel moeilijk met mijn huidige baan. Nu duurt die baan nog maar een paar weken, per september ga ik elders aan het werk. En dat heb ik me vandaag eindelijk echt gerealiseerd.
Terwijl ik veel te veel doe, en veel te veel uren maak zat ik voor het eerst te fantaseren over mijn nieuwe baan. Ik heb geen vakantie tussen de twee banen in, en dat vooruitzicht valt me zwaar. Dus ik heb me heilig voorgenomen om in ieder geval in het begin niet meer te doen dan ik kan, en niet meer te willen dan redelijk is.
Goede voornemens die ik meestal niet echt waar kan maken. Maar 1 goed voornemen moet ik kunnen houden. Ik neem geen werk mee naar huis.
Zo, dat staat zwart op wit.
zondag, augustus 12, 2007
Mijn plan
- Wonen
- Werk
- Studie
- Relatie.
En als het dan verandert publiceer ik het opnieuw. Dan kan ik nog beter kijken of er een rode draad is. Of ik kan ontdekken wat ik altijd wil, en wat ik soms wil.
Ik kan al 2 dingen invullen. Mijn relatie wil ik zo houden als hij nu is. Dat is niet vanzelfsprekend, dat kost werk. Maar dat wil ik heel zeker.
En wonen. Waar weet ik niet precies. Maar wel met meer perceeloppervlakte. Voor een grotere moestuin en sowieso meer buitenruimte.
Verder ga ik het laten komen zoals het is. Het komt wel. Maar niet vanzelf.
vrijdag, augustus 10, 2007
Ravissant
Mensen zeggen helemaal niet wat ze bedoelen. En mensen bedoelen helemaal niet wat ze zeggen. Veel wordt indirect gezegd, en dan moet je maar begrijpen waar het over gaat. "Lekker, zo'n pilsje" is een manier van indirect taalgebruik die we allemaal wel kennen. En makkelijk te negeren. Dat de spreker ook een pilsje wil is duidelijk. Maar hij durft er niet om te vragen. Of hij weet niet of er een over is. Of hij weet niet of hij tot de genodigden behoort. Het kan dus heel beleefd zijn.
Maar vaak is het onbeleefd. Zeker als spreker en hoorder elkaar niet kennen. De taal is zo gevoelig dat 20 kilometer verderop dezelfde zin al beledigend kan zijn. Waar de vraag om het pilsje bescheiden bedoeld kan zijn, wordt hij dan juist opgevat als onbeleefd. Indirect vragen wordt niet overal op prijs gesteld.
Zeker als spreker en hoorder in de moderne tijd schrijver en lezer zijn wil het nog wel eens mis gaan. In chatrooms, op Messenger en op fora gaat het regelmatig mis. Vooral de energieke goedbedoelende bemoeial zal vaak horen dat hij of zij een onbeschofte pummel is. En zo is het niet bedoeld, maar zo komt het wel over. En zo is het ook vaak.
Taal wordt bij interactie geremd of aangemoedigd. De bemoeial zal vaak tegen een beleefde muur van ontwijkende antwoorden oplopen. Of tegen ruggen en schouders. Maar op internet heeft hij/zij geen weerwoord en geen klankbeeld, dus blijft het geratel doorgaan.
We kennen het verschijnsel eigenlijk al langer. De beginnende nieuwsvrouw en nieuwsman wil er nog wel eens last van hebben. Gelukkig staat het journaal niet toe dat reportages ellenlang worden, maar we kennen allemaal de reporter die zichzelf te graag hoort praten.
Vandaag was er een item over de beurs. Die maakt een vrije val nu. En dat terwijl er een aantal aantrekkelijke dames op bezoek waren. Dames die met succes lingerie verkopen.
"Ravissante lingerie" zei de verslaggever. Misschien wil iemand hem eens uitleggen dat dat woord niet in het journaal thuishoort? En bovendien word ik er helemaal geïndigneerd van.
plicht
1 wat van iem. geëist wordt
door Maria Tesselschade Roemers Visscher
twee jaar na de dood van haar man Allert Crombach
Ghelijck als onder 't Juck van sinne slavernijen (1636)
Ghelijck als Onder't Juck van sinne slavernijen
Doch ongheoorloft aenghenoemen Eyghen Last,
Hetgheen niet wel een blij Hoop Heemelhertie past
'Twelck van onhoulyck goet Qualyck is te vryen,
'tIs onRecht seij de Geest gheruste vreucht te myen,
Maer 't Lichaem Riep O Neen, en doopten d'Overlast
Met Naem van suchte-Plicht tot het in Traenen Plast
Soo Most de vlughe Geest van 't Logghe Lichaem Lijen.
Vandagh een stercker Geest dat van syn Aerde Licht
En overReed' het dus, en Eysten ander Plicht
Alst 't vruchteloose wrangh van Alherts smack verJaeren,
Dees deed' dat ick de Sucht weerstribbich van my stiet
Gheluckich was hy diese teenemael verliet
En op soo Heijlgh'n dach mocht Salich HEEMELVAEREN
Elck zyn waerom
Plicht is tegenwoordig heel wat anders dan in 1636. Zelfs de betekenis van het woord. Maar heel makkelijk zeggen dat men het toen zwaarder had dan nu, dat doe ik niet.
Werken voor een baas is fysiek misschien minder zwaar, mentaal komt er veel bij kijken. Zeker nu ik met de laatste 3 weken bezig ben voor mijn oude baas, en er nog veel van mij verwacht wordt. Of misschien verwacht ik veel van mezelf.
Plichtsbesef houdt mij aan het werk. Plichtsgetrouw ga ik doen wat mij te doen staat. Maar plezier komt er eigenlijk niet meer bij kijken.
maandag, augustus 06, 2007
Gedicht
Als wij dan liefhebben, liefhebben
Tussen teveel papier, holle mannen en metaal,
Laten wij dan liefhebben zoals mij goeddunkt:
Liefhebben met de rust van de onrust, niet
Die van de routine, elkaars ogen verliezen
En weer ontdekken, voorbij de huizen gaan
Het land in, de streling van onbekende struiken
Ondergaan, de wind proeven op een steeds andere tong,
De maan zien en de zon in een kaartloze maan.
En laten de vrienden snel verouderen, worden
Tot waardevolle verhalen, en die meter aarde
Is slechts vruchtbaar waarop wij gaan.
Ouder
En toch gebruikte ik het woord veertig al een poosje voor het daadwerkelijk zover was. Het grote keerpunt in je leven, zeker als vrouw. Als je nog kindertjes wilt moet je heel snel wezen, maar realistisch is de wens nu niet meer. Als je carrière wilt maken moet je nu je slag slaan. Als je nog een opleiding wilt beginnen dan is nu je kans.
Soms zetten verhalen je aan het denken. Ik ben al lang geïnspireerd door een oude man die eind jaren negentig op de tv was. Hij was nog in de 19e eeuw geboren, als slaaf. Na de afschaffing van de slavernij in de VS, maar in werkelijkheid was hij het kind van een slaaf en dus zelf een slaaf. Hij had gewerkt vanaf het moment dat zijn handjes waardevol waren op de plantage. En dus was hij nooit naar school geweest. En dus had hij niet leren lezen en schrijven.
Na een lang waardevol leven als echtgenoot, vader, grootvader en overgrootvader, met nageslacht op universiteiten en afgestudeerd was hij toch aan de studie gegaan. En op de respectabele leeftijd van 100 jaar had hij zijn basisschooldiploma gehaald. Lezen, schrijven, rekenen en alles met toeters en bellen. Een mens is nooit te oud om te leren.
Deze week was het bericht dat een dame van 94 jaren afgestudeerd was op de universiteit. Ook haar leven was te druk geweest en had teveel eisen gesteld om op jonge leeftijd al klaar te zijn met studeren. En dan pak je het toch gewoon later op?
Mijn leven is raar gelopen. Ik ben in sommige opzichten nogal een laatbloeier. En ik studeer weer. Met mijn 40 jaren ben ik daar nog piepjong voor.